Bron: milieu.vvm.info
Column van Antoine Heideveld (voorzitter VVM), waarin hij betoogt dat we in Nederland meer gebruik moeten maken van metingen, in plaats van af te gaan op wat modellen ons vertellen.
Zo! 2022 is begonnen. Met bijzonder veel berichten over het milieu in de media. Van het ontbreken van een natuurvergunning voor Schiphol, tot de vervuiling rondom Tata-steel. Van de doorgaande discussie over stikstof tot de constatering dat er in de EU nog steeds voor miljarden subsidie worden gegeven voor fossiele brandstoffen (en Nederland doet daar goed in mee). En natuurlijk is er een nieuwe hoofdredacteur van het prachtige tijdschrift Milieu! Welkom Jaap!
Bij veel van de berichten in de media over het milieu viel mij op dat er discussie is over getallen, berekeningen en meetgegevens. We zijn toch een land met excellente experts en veel infrastructuur en middelen om te meten? Dus hoe kan dat dan toch misgaan?
Een voorbeeld. De geluidshinder van Schiphol wordt berekend in een geluidscontour. Dit gebeurt niet op basis van metingen, maar op een gemiddelde berekening van geluidsoverlast. Dit zegt maar heel weinig over de werkelijke geluidshinder, zo blijkt. Zo ervaren bijvoorbeeld vele bewoners van Castricum veel geluidshinder van vliegtuigen, maar vallen ze buiten de contouren die Schiphol hanteert. Dus de overlast van bewoners van Castricum bestaat officieel niet. Want ja, het zit niet in het model. En het model klopt, toch? Althans, in alle communicatie is het model heilig. Maar het is dus niet gebaseerd op echte metingen. En dat is wel gek, want er wordt wel degelijk gemeten… Zo meten bijvoorbeeld vele buurtinitiatieven samen met diverse universiteiten wel de daadwerkelijke geluidsoverlast rondom Schiphol (zie website eans.net). Daaruit blijkt dat de geluidsoverlast echt anders is dan blijkt uit de modellen. Maar wordt dat meegenomen in de modellen? Nee, zeker niet. Toch gek.
Een ander voorbeeld. Uit echte metingen van onder meer het RIVM, blijkt dat de vervuiling rondom Tata in IJmuiden vele malen hoger is dan blijkt op basis van de cijfers die in de vergunningen staan. Voor sommige stoffen wel 1000 keer hoger. Wat blijkt: ook hier zijn de officiële cijfers die zijn gebruikt voor de vergunningverlening niet gebaseerd op metingen, maar op een model. Een model waarin input vanuit de fabrieksinstellingen van machines centraal staan. Ook hier zegt dat dus niks over de werkelijke vervuiling. Al jarenlang maken de bewoners zich zorgen over hun gezondheid, maar pas nu we echt gaan meten, blijken die zorgen terecht te zijn. En inmiddels zijn we al jaren te laat met het nemen van maatregelen. En zijn er dus vele honderden mensen ziek.
En zo zijn er vele voorbeelden waarin we ons baseren op modellen. Denk aan stikstof, benzinegebruik van auto’s en meer. En steeds wordt gesuggereerd dat het echte metingen zijn, maar is er gebruik gemaakt van een model. Ik ben niet per se tegen modellen, maar laten we te allen tijde goed beseffen waar een model toe dient. Namelijk om een versimpeling van de werkelijkheid weer te geven. Waarbij je afhankelijk bent van wat je er aan cijfers instopt en van de opbouw van het model. Mijn conclusie: we zijn in Nederland te veel gaan vertrouwen op modellen en we meten te weinig. En we zeggen dan vaak dat het wel echt zo is als het model laat zien. Laten wij als milieuprofessionals hier kritisch en scherp op zijn en als het kan ook aantonen dat een model onterecht wordt gebruikt voor een bepaalde conclusie. Zo kunnen we veel leed voorkomen.
Photo by Artem Podrez from Pexels