Bron: scientias
WHO scherpt fijnstofnormen aan
De laatste keer dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de richtlijnen voor luchtkwaliteit herzag, was in 2005. Maar door toenemende wetenschappelijke inzichten van de laatste jaren is duidelijker geworden dat luchtvervuilende stoffen ook in lagere concentraties – lager dan de grenswaarden die de WHO in 2005 adviseerde – al heel schadelijk kunnen zijn. (notitie: de grenswaarden van Nederland en Europa lagen sowieso al iets boven die van de WHO – meer informatie over fijnstof, grenswaarden en gezondheidseffecten op onze fijnstofpagina). Eigenlijk zijn wetenschappers sinds 2015 al begonnen om alle (recente) wetenschappelijke literatuur over de zes belangrijkste vervuilende stoffen – fijnstof (PM2.5 en PM10), ozon, stikstofdioxide, zwaveldioxide en koolmonoxide – samen te brengen en te analyseren.
En het is toch wel even schrikken, die nieuwe richtlijnen, zo erkent Gerard Hoek. Hij doet al twintig jaar onderzoek naar de effecten van luchtvervuiling en was betrokken bij het onderzoek dat in de nieuwe WHO-richtlijnen resulteerde. “De nieuwe richtlijnen zullen voor velen behoorlijk schokkend zijn. De richtlijn voor fijnstof (PM2.5, red.) was bijvoorbeeld tien microgram per kubieke meter en wordt nu bijgesteld naar vijf.” En voor stikstofdioxide wordt een nog grotere sprong gemaakt. “Van veertig naar 10 microgram per kubieke meter.”
Voor veel landen – waaronder ook Nederland – zijn dergelijke grenswaarden nog ver weg. Zo worden op veel plaatsen in Nederland fijnstofconcentraties gemeten die nog maar net bij de grenswaarde uit 2005 in de buurt komen. En ook de stikstofconcentratie laat – met name in stedelijke gebieden – nog veel te wensen over.
Levens redden
Gewapend met de nieuwe richtlijnen kunnen landen veel levens redden. Zo wijst onderzoek bijvoorbeeld uit dat wanneer landen de nieuwe richtlijnen voor fijnstof (PM2.5) halen, 80 procent van de aan fijnstof gerelateerde sterftegevallen voorkomen kan worden. Recent onderzoek wees nog uit dat fijnstof elk jaar wereldwijd zo’n 4,2 miljoen levens kost. Het betekent dat we met het omarmen van de nieuwe richtlijnen op jaarbasis zo’n 3,3 miljoen levens kunnen redden. En dat niet alleen. Want het terugdringen van de luchtvervuiling is ook nog eens beter voor het milieu en klimaat.
Grote vraag is nu of overheden het ook zo zien. “Ik ben benieuwd wat onze eigen overheid, lokaal en nationaal, maar ook de overheden in andere landen met de nieuwe WHO-richtlijnen gaan doen,” aldus Hoek. Dat er ingrijpende maatregelen moeten worden genomen om de nieuwe richtlijnen te halen, is duidelijk. “Denk aan de transitie naar elektrisch rijdend verkeer, het uitfaseren van fossiele brandstoffen en het schoner maken van de industrie.” Hoek pleit er daarnaast voor dat de Europese Unie in navolging van de WHO haar nu vrij soepele normen voor luchtkwaliteit – die wel juridisch bindend zijn – aanscherpt. “Laten we de vrijblijvendheid eraf halen.”
Photo by Frans Van Heerden from Pexels