Stikken in het stof van de varkenshouderij. ‘Op slechte dagen kun je niet in de tuin werken’

Bron: NRC

Dat de natuur lijdt onder een teveel aan stikstof, is bekend. Maar dat stikstof ook slecht is voor de gezondheid, krijgt in het stikstofdebat amper aandacht. Het College van Rijksadviseurs, dat advies geeft over ruimtelijke ordening, riep bemiddelaar Remkes afgelopen september op meer aandacht te besteden aan de gezondheidseffecten van stikstof. Remkes wijdde er in zijn advies enkele zinnen aan, maar de boodschap sneeuwde onder in de politieke discussie over piekbelasters en uitkoopregelingen.

Toch is stikstof één van de belangrijkste veroorzakers van luchtvervuiling. Auto’s stoten stikstofoxiden uit, die zorgen voor luchtvervuiling langs wegen. In de landbouw draagt ammoniak bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Als ammoniakgas – een vorm van stikstof – vrijkomt uit mest van koeien of varkens, reageert dat in de lucht met andere stoffen, en kan daarbij fijnstof vormen. De landbouw is zelfs verantwoordelijk voor meer dan een kwart van de totale concentratie fijnstof in de Nederlandse lucht.

Gezondheid
Fijnstof dringt in de longen en kan leiden tot astma, hart- en vaatziekten, longkanker. Volgens de Gezondheidsraad leven Nederlanders gemiddeld een jaar korter door luchtverontreiniging. Na roken en obesitas is het de belangrijkste boosdoener voor de volksgezondheid.

In regio’s met intensieve veehouderij, zoals in Noord-Brabant en het noorden van Limburg, is de luchtkwaliteit net zo slecht als in de grote steden. Maar over de precieze schadelijkheid van fijnstof uit de landbouw is minder bekend dan van verkeer, zegt Lidwien Smit, hoogleraar milieuepidemiologie aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in veehouderij en gezondheid. „In steden zijn veel onderzoeken gedaan naar luchtkwaliteit, maar over het platteland weten we veel minder.”

„Op slechte dagen kun je niet in de tuin werken”, zegt Mia Wegh uit Leunen, een boerendorp onder Venray. Geen andere Nederlandse gemeente telt zoveel varkens als Venray: bijna 600.000. Op kaartjes met fijnstof kleurt dit gebied rood. En daar heeft Wegh last van: „Het doet pijn in je keel, je voelt het in de luchtwegen. Je keel wordt dichtgeknepen door de slechte lucht.”

Weinig maatregelen
Volgens hoogleraar Smit kregen de gevolgen van stikstof voor de natuur de laatste jaren veel meer aandacht dan die voor gezondheid. „Er wordt vooral gekeken wat er moet gebeuren om onder de wettelijke natuurnormen te blijven”, zegt Smit. „Maar de wettelijke normen voor luchtkwaliteit zijn heel ruim, die beschermen de volksgezondheid niet.”

Bindende maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren zijn er niet. Bijna drie jaar geleden sloten gemeenten, provincies en het Rijk het Schone Lucht Akkoord. Dat moet zorgen voor minder stikstof- en fijnstofuitstoot door autoverkeer, landbouw, scheepvaart, industrie en huishoudens. In 2030 moet het aantal vroegtijdige sterfgevallen met ruim 50 procent zijn verlaagd ten opzichte van 2016. Omgerekend zouden dan jaarlijks vier- tot vijfduizend minder mensen sterven door vuile lucht. Maar het akkoord is niet bindend.

Uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat de ammoniakuitstoot uit de landbouw met technische maatregelen bijna niet omlaag te krijgen is. Het enige wat helpt is het injecteren van mest in de grond, of het verkleinen van de veestapel. Het kabinet hoopt op emissiearme stallen, maar die werken veel minder goed dan aanvankelijk beloofd. Het Planbureau voor de Leefomgeving verwacht dan ook dat de landbouw in 2030 een veel grotere relatieve bijdrage levert aan de fijnstofconcentraties dan het wegverkeer.

Volgens Smit is het verminderen van het aantal veehouderijen „de meest effectieve en snelle oplossing” om de luchtkwaliteit te verbeteren. Smit pleit ervoor om bij het uitkopen van boeren niet alleen te kijken naar de effecten op natuur, maar ook op gezondheid. „Dan kan je goed bekijken waar de meeste winst te boeken is.

In Venray regeerde ‘boerenpartij’ CDA lange tijd, zegt Mia Wegh, en was er nauwelijks aandacht voor de omwonenden. „Er werd gezegd: jij kiest ervoor om hier te gaan wonen. Maar dat is niet zo, mijn voorouders woonden hier al.

In de buurt van Venray liggen geen natuurgebieden, zegt Wegh. „We zeggen wel eens grappend dat we ons als das of uil moeten verkleden. Misschien krijgen we dan iets meer aandacht.

Photo by Matthias Zomer
Shopping Cart